Conflictvrees in tijden van cholera

Het klinkt zo fijn, zo logisch, op het eerste gezicht, de oproepen tot eenheid en volgerschap. Stop het gekissebis! Schaar je achter de leider. Ook als je het niet met hem eens bent. Sluit de rijen!

Iets te veel bezweringen naar mijn smaak over hoe we allemaal één moeten zijn tegen de onzichtbare vijand. Hoe onze leiders nú onze steun verdienen. Hoe we onze strijdbijlen moeten begraven en aardiger zijn voor elkaar. Het is me iets te romantisch, of te moralistisch. Deze oproepen lijken vooral een uiting van een groot verlangen naar harmonie in een gepolariseerde wereld, een verlangen naar een gezamenlijk project en een gevoel van eenheid. Maar of het ook echt is wat we nu nodig hebben?

Bij een concrete en acute crisis zijn deze oproepen begrijpelijk en ook passend. Bij een reanimatie in de ER of een politie-inval bij de arrestatie van een terrorist zijn discipline en hiërarchie cruciaal. De locatie is compact, het doel is helder. We moeten één lijn trekken, samen recht op het doel af, geen discussie, geen dissidenten. Focus en actie. Op die momenten gaan we niet even met een goed opgeschuimde cappuccino in de kantine zitten reflecteren over wat de passende vervolgstap zou zijn. Maar ook in coronatijden zijn dit soort acute situaties een uitzondering. En dan is de valse romantiek van you-never walk-alone me net iets te gemakzuchtig.

Wat maakt deze tijden anders in termen van “regulier” management en leiderschap?  Onder normale omstandigheden komen we met middelmatig management en doorsnee leiderschap de winter wel door. Nu is dat niet voldoende, zodanig zelfs dat het onder omstandigheden levens kan kosten. Managers en teams moeten onder grote maatschappelijk druk en in weinig tijd besluiten nemen met een grote impact. Dan kan de angst ontstaan om conflicten aan te gaan.

Juist omdat er zoveel echt belangrijke besluiten genomen moeten worden is de kwaliteit van die besluiten doorslaggevend. En moeten managers en teams meer dan ooit de vaardigheid hebben om constructief van mening te verschillen, als het moet op het scherp van de snede. We weten niet alles, ook de wetenschapper niet, de baas niet, de expert niet. Als we alles wisten was het een project, geen crisis. Je moet je nu juist niet inhouden, niet gaan calculeren of je wel durft te zeggen wat je zeggen wilt. Goed teamwerk is gebaseerd op het talent om het oneens te zijn, soms hartstochtelijk. De vonken mogen eraf vliegen. Als het maar gaat om het nemen van het beste inhoudelijke besluit, om het vinden van de waarheid.

Conflicten in teams zijn goed, zijn nodig, juist nu. En dan bedoel ik uiteraard niet vileine en persoonlijke conflicten maar constructieve conflicten. En die vergen uiteraard vertrouwen. Zonder vertrouwen, op kwetsbaarheid gebaseerd vertrouwen, ontaarden conflicten gauw in politiek. Conflictvermijders en rijensluiters die ons op de mouw spelden wie er moet zwijgen maken zich schuldig aan wat ze de door hen eigenhandig aangewezen paria’s verwijten, het bedrijven van politiek. Het is nu niet de tijd om te wachten tot je vertrouwen krijgt, maar om het ruimhartig te geven als het gaat om het vinden van de waarheid. Constructief met conflicten omgaan wordt ook een vaardigheid naarmate we meer oefenen. En zo verloopt het proces sneller. Het gaat bij het juiste besluit niet om wie wat zegt, maar om wat hij/zij zegt. Juist daarom is in operatiekamers en vliegtuigcockpits het cross-checking protocol ingevoerd, een vorm van horizontale communicatie waarin ieders bijdrage wordt gewaardeerd los van zijn of haar positie.

Onder de gevoelsmatige en morele druk van het moment kan nog wat anders ontstaan. Juist nu, nu het emotionele lading van samenwerking toeneemt, neemt ook het gevaar van “groupthink” toe. “Kom op mensen, nu effe geen gezeur”. Groupthink is het psychologische fenomeen dat optreedt in een groep waar het verlangen naar harmonie of eensgezindheid leidt tot irrationele of dysfunctionele besluiten. Bij groupthink ontstaat er een expliciete maar vaak ook impliciete destructieve druk op de groep om tot consensus te komen. En juist in stresssituaties treedt groupthink makkelijker op. De Varkensbaai, de door de CIA gesteunde volstrekt mislukte poging van een handvol Cubaanse vluchtelingen om in Cuba het regime van Castro (met een volksleger van 200.000 vrouwschappen!) ten val te brengen was een toonzettend voorbeeld van groupthink. Wat evident was, dat dit een ridicuul idee was en dat het een dodelijk fiasco zou worden, kon in de omgeving van de Amerikaanse regering op dat moment niet gezegd worden.

Het is geen voor de hand liggende match, deze constructieve en indien nodig gepassioneerde conflictvaardigheid en een tot sentimentaliteit geneigd polderland in crisis, maar het is volgens mij wel wat het vraagstuk van ons verlangt. En misschien is het wel precies wat deze uitdaging ons op een meer fundamenteel niveau moet leren.