Het Leiden van het Onbekende

Coen Aalders

Wat de rups het einde noemt is voor de rest van de wereld een vlinder

– Lao Tse

Het signaleren van het verschijnsel dat onze instituties in crises zijn is een uiting van die crisis. Het perspectief dat ten grondslag ligt aan deze impasse is namelijk hetzelfde als dat wat we inzetten om de impasses te doorbreken. We nemen een probleem waar omdat we heel goed geleerd hebben problemen waar te nemen en te analyseren. Vanuit de probleemanalyse creëren we vervolgens op een “problematische” manier een oplossing. Immers, iedere probleemanalyse bevat de genen van het probleem en die maken dus ook deel uit van onze constructivistische oplossing. We bijten dus langzaam maar zeker met deze werkwijze in onze staart. Veel problemen in de organisatie van onze overheid ontstaan omdat we als reactie op een ongewenst effect van een regel een nieuwe regel creëren. Die heeft dan naast gewenste effecten ook ongewenste effecten. Nu hebben we twee regels met ongewenste effecten.

Hoe komen we uit deze impasse? Door ons te realiseren dat we de aard van het komende paradigma nu eenmaal niet kunnen beschrijven met de taal en met de werkwijze van het paradigma waarin het probleem ervaren wordt. De rups, als hij zou kunnen praten, kan vanuit zijn “rupszijn” nooit de vlinder beschrijven. Hij kan iets over pootjes bedenken, die heeft hij zelf ook. Dus meer of minder pootjes, grotere of kleinere. Zelfs geen pootjes kan hij bedenken, maar een vleugel?

Zo zit het ook met het woord leiderschap. Hoe kan leiden iets anders betekenen dan “een richting geven aan” of een conventionele of een hypermoderne variant daarop? Dus in tijden van crisis riepen we vroeger om een “sterke” leider en tegenwoordig om een verbindend leider, of een dienend leider. Maar altijd een leider waarbij “leider” het referentiekader is, al is het het tegengestelde. Waarom is deze crisis er, bijvoorbeeld een rupsenplaag? Omdat niemand wat doet, of omdat we het verkeerde doen. Een sterke, of verbindende leider zou daar wel raad mee weten. Dan kiezen we die leider. Die vervolgens niets doet, of het verkeerde doet……..

Maar wat nu als het leiderschap, als verschijnsel, zelf het probleem is? Zelfsturing dan? Dat is toch ook maar een begrip dat positie kiest ten opzichte van leiderschap, namelijk geen leider, maar “zelf doen”. Wat als onze problemen alleen opgelost kunnen worden door een verschijnsel waar we nog geen woord voor hebben?