Karl Popper heeft in een van zijn hoofdwerken een interessante, bijna ironische observatie over maakbaarheid in relatie tot complexiteit, aan de hand van een begrip dat dezer dagen welig tiert, de complottheorie. De denkfout, zegt hij, bij de aanhangers van complottheorieën is dat zij menen dat instituties zo zijn te construeren dat ze voornemens en plannen helder en succesvol kunnen realiseren. Maar, zegt hij, een moderne maatschappij kenmerkt zich er veel meer door dat het een complexe structuur met ongedachte gevolgen produceert. Daarom zal geen enkel complot, hoe briljant ook, slagen. De realisatie zal altijd sneuvelen als gevolg van de complexiteit van de sociale werkelijkheid.
Complexiteit en maakbaarheid zijn beide typische symptomen van het moderne bewustzijn, en ze bijten elkaar. Complexe systemen zijn niet maakbaar, in constructivistische zin, ze vereisen een andere wijze van sturing. De samenloop van complexiteit en de maakbaarheidsidee creëert een impasse: de pretentie/onmacht paradox
Onze kijk op complexiteit wordt bepaald door het bewustzijn van waaruit we kijken. En bewustzijn is te beschouwen als de manier waarop we naar de wereld en onszelf kijken, deze zien en waarnemen, en ze daarom zo beleven.
En wat we waarnemen en ervaren beschouwen we als de werkelijkheid. Verder lezen “Complexiteit, maakbaarheid en bewustzijn (4)”